top of page

69 | Annemie Augustijns

MIRRORS, CIRCLES AND SUNSHINE
a solo show by Annemie Augustijns
04.11.2023 – 02.12.2023


Saturday 04.11.2023 | 2 – 7 pm
opening drinks in the presence of the artist

Lees meer | Read more

MIRRORS, CIRCLES AND SUNSHINE

As a grand 'trap for the sun', that is how Odeillo’s parabolic mirror in the Pyrenees is described in a 1969 issue of Science & Vie magazine. The magazine cover shows a page-sized image of this mirror, which is part of an experimental installation designed to divert sunlight onto a solar furnace used for scientific research on materials. Half a century later, the so-called ‘trap for the sun' became ‘a trap for the eye’. The image of the parabolic mirror turned into the starting point of a tour through the Pyrenees and across Belgium. During this journey, Annemie Augustijns engaged in a dialogue with the sun, with the power of solar energy, and with the magic of mirrors.


It is no coincidence that, among the countless other magazine and book covers in the book market, Annemie Augustijns eyes were drawn to that sun-damaged magazine. Odeillo’s parabolic mirror radiates the same kind of optimism and confidence in technological progress that we find in the modern buildings and post-war scientific institutions, captured in her earlier photographic work. The series ‘Flughaven Tempelhof’, ‘Red Yellow Blue’, 'Ost.modern', and ’I feel a breeze from other planets’ not only document a belief in the social engineering of society but also suggest that this belief results in places with an alienating quality. With what feeling other than alienation can an individual experience the smaller concerns of every day life in an oversized building made for mass and power, like we see in ‘Flughaven Tempelhof’? How does one experience earthly existence when working in an office filled with scale models of celestial bodies, as seen in the series ‘I feel a breeze from other planets’? ‘Mirrors, Circles and Sunshine’ asks, ‘What do we seek at the focal point of nine thousand mirrors facing the sun? The rhetorical questions that Annemie Augustijns raises through her photographs provide a playing field to put the heaviness of science and reality in a different light. Creating that playing field is not a diversionary tactic but a rather crucial step to grasp something like the sun, which is, like the climate, “too big to imagine”.


By creating a playing field, Annemie Augustijns is often assisted and encouraged by the context and circumstances that cross her path. In Odeillo, nature lent a hand in a cinematic way as the entire complex of the parabolic mirror emerged from the clouds, resembling something otherworldly landing on earth with some suspense. We see how the parabolic mirror, implanted in the landscape with the highest possible precision, resonates with the roughness of the mountains or with traces of human presence. In Vauban’s fortiefied town of Mont-Louis, Annemie Augustijns found a clue in a ‘renovated’ radar installation, abandoned by the German occupiers at the end of World War II and subsequently transformed into the first experimental solar furnace by the scientist Félix Trombe in 1948. It seems as if that sense of experimentation—of building one’s own ‘solar trap’, got hold of Annemie Augustijns; the quest for interaction with the sun is central to the photographs that follow. Dressed in a thermal suit, she sets out to investigate what all that concentrated solar energy can lead to: the melting of materials, deforming, discoloring, or catching fire. Annemie Augustijns explores the limits of what the mirror shows. After all, the image the mirror shows is not merely a reflection of the world. The mirror is an instrument that, by using a different visual language, literally and figuratively distorts and (re)shapes the world. This is what gets to the heart of what is at stake in the artist’s work.


Arthur Schopenhauer once wrote that the hollow mirror is an instrument that lends itself to various comparisons, including the comparison with a work of art, ‘(…) insofar as what it actually presents is not its own, tangible self, not its empirical content, but something that lies outside it, not to be grasped by hands, but only to be pursued by the imagination, as the actual, elusive spirit of things.’ This description is particularly pertinent to the series of ‘Prototypes’ at this exhibition. With simple, self-made parabolic mirrors, Annemie Augustijns reconstructs reality here in a game of mirrors, circles, and sunshine. It is a reality captured in photographs like a phantom or a ghost, which, as Schopenhauer wrote, “cannot be grasped by hands”. We do not see the construction by which the mirror is fastened, only its shadow. In the parabolic mirror we do not see the real world, only its fleeting, distorted image. Fragments of the sky, clouds, a building, or an object are torn from their context and end up in a vivid interaction between shadow constructions and yellow, blue, green, or red reflections of light. A strong poetic force emanates from these reconstructions. In their clenched form, they reinterpret the magic of parabolic mirrors in the Pyrenees.


Capturing the 'spirit of things’ — and at this exhibition this happens through mirrors, circles and sunshine— is what is at stake in Annemie Augustijns’ oeuvre. An oeuvre she does not photograph as a search for truth, but rather as the creation of her own little world that emerges as a shadow side of a reality driven by science and progress. A shadow side that brings light to the darkness and shows us—as Maurice Merleau-Ponty once wrote—‘how the naive image of the world is included in the reflected image and how it transcended in it.’

David Peleman (lecturer in architecture & urban planning, University of Luxembourg) 17 oktober 2023

> catalogue and prices on request

MIRRORS, CIRCLES AND SUNSHINE

Als een groots opgezette ‘valstrik voor de zon’, zo wordt de paraboolspiegel van Odeillo in de Pyreneeën omschreven in een nummer van het tijdschrift Science & Vie uit 1969. De cover van het tijdschrift toont een pagina-groot beeld van die spiegel, onderdeel van een experimentele installatie om zonlicht af te leiden naar een zonne-oven voor wetenschappelijk onderzoek op materialen. Zowat een halve eeuw later zou die valstrik voor de zon ook een valstrik voor het oog zijn en werd het beeld van de paraboolspiegel het startpunt van een rondreis doorheen de Pyreneeën en door België. Daarbij ging Annemie Augustijns in dialoog met de zon, met de kracht van zonne-energie en met de magie van spiegels.


Dat het oog van Annemie Augustijns bleef hangen bij dat door de zon verkleurde tijdschrift, tussen talloze andere tijdschrijft- en boek-covers op de boekenmarkt, mag geen toeval heten. De paraboolspiegel van Odeillo ademt een zelfde soort optimisme en vertrouwen in technologische vooruitgang zoals we dat ook aantreffen in de moderne gebouwen en na-oorlogse wetenschappelijke instellingen die ze eerder wist vast te leggen in haar foto’s. De reeksen ‘Flughaven Tempelhof’, ‘Red Yellow Blue’, ‘Ost.modern’, ‘I feel a breeze from other planets’ documenteren niet louter een geloof in de maakbaarheid van de samenleving, maar suggereren tevens dat dit geloof uitmondt in bevreemdende plekken. Want met welk ander gevoel dan vervreemding kan het individu de kleine beslommeringen van de dagelijkse routine beleven in een bovenmaats groot gebouw dat gemaakt is voor massa en macht, zoals in ‘Flughafen Tempelhof’? Hoe ervaar je het aardse bestaan als je aan het werk bent in een kantoor vol maquettes van hemellichamen zoals in de reeks ‘I feel a breeze from other planets’? Wat heeft de mens te zoeken in het brandpunt van negenduizend spiegels die op de zon gericht zijn, zoals in ‘Mirrors, Circles and Sunshine’? Deze retorische vragen die Annemie Augustijns met haar foto’s oproept bieden een speelveld om de gewichtigheid van werkelijkheid en wetenschap in een ander daglicht te stellen. Het creëren van dat speelveld is voor Annemie Augustijns geen afleidingsmaneuver, maar een cruciale stap om zoiets als de zon, die net als het klimaat ‘te groot is om ons voor te stellen’, alsnog te kunnen vastpakken.


In het creëren van dat speelveld wordt ze soms bijgestaan en aangemoedigd door de context en de omstandigheden die haar pad kruisen. In Odeillo hielp de natuur een handje en komt het hele complex op een filmische wijze uit de wolken tevoorschijn, als iets buitenaards dat met enige suspens op aarde neerstrijkt. We zien hoe de paraboolspiegel, die met de hoogst mogelijke precisie ingeplant is in het landschap, resoneert met de ruwheid van het berglandschap of met sporen van menselijke aanwezigheid. In Vaubans vestingstad Mont-Louis vond Annemie Augustijns een aanknopingspunt in een ‘verbouwde’ radar-installatie, achtergelaten door de Duitse bezetter op het einde van de Tweede Wereldoorlog en naderhand door de wetenschapper Félix Trombe getransformeerd tot de eerste experimentele zonne-oven in 1948. Het lijkt alsof die zin voor experiment, om te bouwen aan een eigen ‘zonneval’, Annemie Augustijns te pakken kreeg en in de foto’s die volgen staat de zoektocht naar interactie met de zon centraal. Gehuld in een thermisch pak gaat ze aan de slag om te onderzoeken waar al die geconcentreerde zonne-energie toe kan leiden: materialen die smelten, vervormen, verkleuren of vuur vatten. Annemie Augustijns exploreert de grenzen van wat de spiegel laat zien. Dat is immers niet louter een reflectie van de wereld. De spiegel is een instrument om — letterlijk en figuurlijk — de wereld te vervormen en (opnieuw) vorm te geven, met een andere beeldende taal. Daarmee raken we aan de kern van wat er op het spel staat in het werk van de kunstenaar.


Arthur Schopenhauer schreef ooit dat de holle spiegel een instrument is dat zich tot diverse vergelijkingen leent, waaronder de vergelijking met het kunstwerk, ‘(…) voorzover datgene wat het eigenlijk laat zien niet zijn eigen, tastbare zelf, niet zijn empirische inhoud is, maar iets wat buiten hem ligt, niet met handen te grijpen, iets wat alleen door de fantasie wordt nagezeten, als de eigenlijke, moeilijk te vatten geest van de dingen.’ Die omschrijving is bijzonder pertinent bij de reeks ‘Prototypes’ op deze tentoonstelling. Met eenvoudige en eigenhandig ineen geknutselde paraboolspiegels reconstrueert Annemie Augustijns hier de realiteit in een spel van spiegels, cirkels en zonneschijn. Een realiteit die als een schim of een geest op foto wordt vastgelegd en die, zoals Schopenhauer schrijft, ‘niet met handen te grijpen’ valt. We zien niet de constructie waarmee de spiegel vastgemaakt wordt, slechts de schaduw ervan. We zien niet de echte wereld, enkel een vertekend beeld ervan dat we in een glimp opvangen in de paraboolspiegel. Fragmenten van de lucht, wolken, een gebouw of een object worden losgerukt uit hun context en komen hier terecht in een levendige interactie tussen schaduwconstructies en gele, blauwe, groen of rode lichtreflecties. Er gaat van deze reconstructies een sterke poëtische kracht uit. In gebalde vorm herinterpreteren ze de magie van de paraboolspiegels in de Pyreneeën.


Het vangen van de ‘geest van de dingen’ — en op deze expositie gebeurt dat middels spiegels, cirkels en zonneschijn — is wat er op het spel staat in het oeuvre van Annemie Augustijns. Een oeuvre dat ze niet bijeen fotografeert als een zoektocht naar waarheid, maar wel als het creëren van een eigen kleine wereld die als een schaduwzijde van een door wetenschappen en vooruitgang gedreven werkelijkheid opduikt. Een schaduwzijde die weliswaar licht brengt in het duister en die ons laat zien — zoals Maurice Merleau-Ponty ooit schreef — ‘hoe het naïeve beeld van de wereld in het gereflecteerde beeld is inbegrepen en hoe het daarin wordt overstegen.'

David Peleman (docent architectuur & stedenbouw, Universiteit Luxemburg) 17 oktober 2023

> catalogus en prijzen op aanvraag

bottom of page